Ons huidige informatie-tijdperk heeft zijn eigen geld, en we kunnen dit nieuwe geld vergelijken met de traditionele betaalmethoden om zo een sociaaleconomisch beeld te schetsen van de komende decennia.
Geld is een technologie voor het uitdrukken van waarde en bepaalt zo de uitingen van autoriteit en de beperkingen aan bezit. In de economische geschiedenis zien we enkele vormen van geld.
Inhoud
Geld als Collectieve Herinnering
Jagers-verzamelaars hebben aan wat vogelveren of schelpen genoeg, want hun transacties gaan meestal over voedsel en gereedschap. Een jager die gewond is geraakt en moet herstellen, krijgt te eten van de andere leden van de stam. Iedereen weet dat hij in het verleden zijn gejaagde vlees met anderen heeft gedeeld. Als hij zijn verwonding overleeft, dan zal hij zijn opbrengsten opnieuw met de stam delen. De boekhouding van zulke transacties maakt deel uit van hun collectieve geheugen dat voldoende nauwkeurig is voor hun grillige maar eenvoudige leven.
Waarschijnlijk heeft de complexiteit van het handhaven van deze collectieve boekhouding geholpen met groeien van het brein van onze aapachtige voorouders. Het is een wapenwedloop waarbij je een motief hebt om de feiten te verdraaien over hoeveel je dit andere stamlid schuldig bent en hoeveel gunsten je van de andere stamleden tegoed hebt. De aard van de evoluerende mens is deels bepaald door de boekhouding van de stam.
Geld als Edelmetaal
Wanneer een Romeinse keizer of een middeleeuwse koning een voorraad edelmetaal tot munten laat slaan, dan staat zijn gezicht er op, het weegt een bepaalde hoeveelheid, en hij garandeert een bepaald percentage goud of zilver. De onderdanen hoeven niet meer te onthouden wie welke dienst aan wie heeft geleverd of wie welk product heeft geproduceerd. De uitgedrukte waarde is nu abstract, de boekhouding is geëxternaliseerd in de hoeveelheid edelmetaal en munten iemand in zijn bezit heeft. Wie 10 munten heeft kan voor de waarde van die 10 munten aan producten en diensten claimen. Deze manier van boekhouden is preciezer en maakt een maatschappij mogelijk waarin je kunt samenwerken met vreemdelingen, niet alleen je stamleden, in het voordeel van iedereen. Je kunt je specialiseren tot schoenmaker of priester en er op vertrouwen dat het land waarin je woont wordt verdedigd en bebouwd door anderen. Het maakt niet uit hoe goed je het met hen voor hebt, want je gebruikt de munten om de score bij te houden.
De hogere graad van abstractie van de waarde en de meer anonieme organisatie maakt daarnaast wel fraude en diefstal mogelijk. De verkoper weet niet hoe je aan je 7 florijnen bent gekomen, en het kan hem niet echt veel schelen. Als je ze hebt gestolen, dan heeft de boekhouding gefaald, gezien vanuit het perspectief van de maatschappij als geheel. De beschaving als ideaal is niet gediend bij deze fout in de boekhouding. Vergelijkbaar met het collectieve geheugen dat wordt gevormd door de evolutie van de mens, zo kun je de evolutie van de beschaving zien als aanpassingen aan de abstracte boekhouding van edelmetaal en andere duurzame goederen, zoals stukken land, wapens, gereedschap en andere vormen van kapitaal.
Geld als Schuldpapier
Tijdens de Renaissance heeft men bankieren uitgevonden, waarbij een verdere abstractie van het bezit van edelmetaal en andere goederen de mogelijkheden voor de maatschappij als geheel hebben uitgebreid. Door het gebruik van schulden als betaalmiddel werden de vormen van samenwerking nog complexer. De verdere abstractie van kapitaal binnen een corporatie, zoals Vereenigde Oost-Indische Compagnie, maakte de industriële revolutie mogelijk.
Op het eindpunt van het industriële tijdperk is met creditcards en fiat valuta de hele economie op schulden gebaseerd. Concepten zoals ‘aflossen,’ ‘beloven’ en ‘risico’ zijn zo ver mogelijk opgerekt.
Functioneel Gefixeerd Bezit
Agrarische en industriële beschavingen hebben altijd een grote concentratie van macht gekend. Een politieke en economische bovenklasse heeft het grootse deel van de goederen in bezit en consumeert de meeste waarde. Deze bovenklasse vertoont verschillende gradaties van corruptie, afhankelijk van de tegenkrachten in de maatschappij.
De bovenklasse onderhandeld met de rest van de bevolking over de herverdeling van goederen. De gewone mensen, de ruwweg kunnen worden geclassificeerd als harde werkers, ritselaars of pechvogels, hebben geen noemenswaardig bezit. Hun bezittingen zijn in naam vrij, ze kunnen deze bezittingen benutten en verhandelen, maar alleen binnen een functioneel gefixeerd model. Ja, braaf boertje, dat is jouw stukje land. Ga naar de bank en leen geld zodat je een trekker kunt kopen. Ja, productiemedewerker, dat is jouw maandsalaris. Je kunt zelf bepalen welke auto je koopt op afbetaling. Hier heb je de keus uit drie biermerken die je kunt drinken terwijl je t.v. kijkt. De hogere middenklasse heeft een vergelijkbaar keuzepakket. Hun bezit heeft wel meer waarde en kan breder worden ingezet en genoten. Ze kunnen aan het systeem deelnemen als kapitalist, maar ze hebben niet de puf of de mentale ruimte om buiten het systeem te handelen. Je kunt fijn sparen met je indexfonds en je staatsobligaties. “Je huis is je grootste investering.”
Voor dit verschil tussen gewone mensen en de bovenklasse is de politieke organisatie niet belangrijk. Wie ook de regering vormt, kapitalisten of communisten, sociaal liberalen of autocraten, ze stellen steeds dezelfde beperkingen aan het bezit van gewone mensen, en ze bewaken de functionele vloeibaarheid van het kapitaal van de bovenklasse.
Tot nu toe hebben de complexere vormen van samenwerking binnen een agrarische of industriële maatschappij zelden de aard van het bezit veranderd. Het bezit van gewone mensen wordt zelden creatief. Het kan alleen een status quo handhaven. Wie een kans ziet dit bezit naar zijn of haar werkelijke voordeel aan te wenden, moet de verkregen rendementen kunnen verbergen. Als het functioneel vloeibare genot of rendement zichtbaar is, dan zal de jaloezie van de gewone mensen en de tegenaanval van de bovenklasse deze “goddeloze praktijken” verbieden en de “exorbitante winsten” in beslag nemen. In een stabiele beschaving verteld de bovenklasse een goed verhaal over de verdeling van bezit. De collectieve waarden bepalen wie wat mag bezitten en hoe dat bezit wordt benut.
De functioneel gefixeerde beperkingen aan het bezit roepen de vraag op wat we echt bezit of eigendom kunnen noemen. Als we ons leven zien als een serie van eenvoudige maar wisselende behoeften die worden bevredigd door ons bezit, dan is de moderne beschaving succesvol. De jagers-verzamelaars hadden een eenvoudig maar ook willekeurig leven. De agrarische en industriële volken hebben een meer stabiel en voorspelbaar leven. Het leven is ook langer en de maatschappij als geheel heeft zelfbewustzijn van de mens als soort en zijn plaats in de wereld. De deelnemers van de maatschappij hebben weinig complexe vormen van bezit nodig om hun levensloop te voltooien. We hebben een lange weg afgelegd vanaf het primitieve geluk van de jager-verzamelaar tot het zelfbewustzijn van de moderne burger. We mogen onszelf feliciteren met deze vooruitgang.
Dit nieuwe speelveld zal worden bepaald door een verdere abstractie van economische waarde. Van veren, schelpen, en een collectieve boekhouding, naar edelmetaal, schuldpapier, papiergeld met een centrale bank, creditcards en Paypal, naar een hogere abstractie, een programmeerbare boekhouding en functioneel vloeibaar bezit voor de massa. De democratisering en decentralisatie van onze collectieve boekhouding zal verhoudingen tussen de bovenklasse en de massa opschudden. De komende decennia zal maatschappij van vorm veranderen, met meer vrijheid voor het individu voor de interpretatie van waarde en de vloeibaarheid van bezit.
Geld als Bitcoin en Cryptovaluta
Het is nu bijna 10 jaar geleden dat een pseudonieme programmeur enkele recente uitvindingen samenvoegde in een ontwerp voor een digitale munt. Hij noemde het Bitcoin en bouwde het ontwerp met een collega’s uit tot een vloeibaar netwerk van onafhankelijke computersystemen die transacties goedkeuren. Op het eerste gezicht lijkt dit digitale geld op een betaalnetwerk, een soort van open source Paypal. Maar als je ziet hoe de onderdelen samenwerken, dan is het een nieuwe visie op handel en economie.
Tot dusver moest de boekhouding van een maatschappij worden gesteund door een centrale autoriteit. Alleen overheden konden een munt creëren die betrouwbaar en stabiel genoeg was voor nationaal gebruik. Alleen een bank was het vertrouwen gegund om bij te houden wie wat aan wie schuldig is. Deze instituten genoten het collectieve vertrouwen van de maatschappij, omdat er geen realistisch alternatief was. Een gebrek aan keuze voor de ‘klanten,’ de gebruikers van het geld, gaf deze regeringen en banken veel macht. Macht corrumpeert, en we zien dat zowel feodale heersers, bankiers en moderne regeringen de verleidingen van geld drukken niet kunnen weerstaan, waardoor elk monetair systeem een beperkte houdbaarheid heeft. De overgang naar een nieuw monetair systeem is vaak een gewelddadige revolutie of een economische crisis.
De geconcentreerde macht van de centrale autoriteiten is altijd misbruikt en toch door de eeuwen gegroeid. De logica van economische schaalvergroting en oorlog heeft de natie-staat tot de dominante organisatievorm gemaakt. De laatste strijd werd beslist door de val van de Berlijnse muur, wat bewees dat sociaal democratie een efficiëntere machtsconcentratie mogelijk maakt dan communisme.
De beheerders van het monetaire systeem benadrukken altijd de noodzaak en verdiensten van hun munt, maar een minderheid van politieke denkers, zowel van links als rechts, hebben gewezen op de zwakke punten en hebben alternatieven bedacht. Ze misten tot dusver de technologie, ideologie en visie om deze alternatieven waar te maken.
Functioneel Vloeibare Waarde
Cryptovaluta zoals Bitcoin, open, gedecentraliseerde netwerken voor een betrouwbare boekhouding, zijn de uitkomst van dit ideologische debat. Eerlijke transacties zijn nu een zuiver technische oplossing. De boekhouding van de maatschappij, geld en eventueel andere kapitaalvormen, kunnen nu worden gedemocratiseerd. De geest is uit de fles en drukt regeringen en banken in de verdediging. De vruchtgebruikers van deze instituten lopen het risico verwikkeld te raken in een ideologisch achterhoedegevecht, waarin ze hun rol als betrouwbare partij overschatten en hun schaduw van corrupte rentenier ontkennen. Het academisch debat wordt nu een materiële strijd. Het is te vergelijken met de communisten en liberale kapitalisten die elk hun claims hadden over de menselijke aard. Het einde van de koude oorlog beslisste dat debat. Zo kunnen de moderne linkse en rechtse activisten stoppen met schrijven over de noodzaak van instituten om zich met geld en waarde in te laten. De komende decennia wordt het corrupte gedeelte van deze organisaties geliquideerd, en blijft alleen het gezonde weefsel over. Zo kunnen regeringen en banken als betrouwbare en gelijkwaardige partijen deelnemen aan een maatschappij die draait om het functioneel vloeibare bezit van het individu.